Ik liep al een tijdje met het idee rond om de Vecht af te varen. Ik ben er vlakbij opgegroeid en was wel benieuwd hoe de rivier van Duitsland bij het IJsselmeer uitkomt. Via Peddelpraat heb ik toen Ton (waterTon) een berichtje gestuurd over mijn plan, en met de vraag vanaf waar ik kon instappen. Ik wilde namelijk zo ver mogelijk stroomopwaarts beginnen. Kon ik verder gaan dan Nordhorn? Misschien zelfs bij Schüttorf in de buurt beginnen?
Let op: deze post bevat veel afbeeldingen en het kan een tijdje duren voordat alles is ingeladen. Voor grotere afbeeldingen kun je klikken op de foto’s.
Waterton en waterTon
Ton is een bekende in de Nederlandse Kajakscene. Hij heeft een eigen website waarop hij zijn avonturen publiceert. Vanaf zijn woonplaats aan de Vecht gaat hij regelmatig eropuit en heeft – op het moment dat ik hem benader – al bijna 10.000 kilometer op de Vecht gevaren in zijn boot – een ShoreLine genaamd Waterton. Na contact gaat hij voor mij op onderzoek uit in hoeverre hij stroomopwaarts kan varen vanaf Nordhorn. Zoals een kajakker betaamt betekent dit: proefvaren. Het blijkt dat het niet mogelijk is om verder stroomopwaarts te starten dan Nordhorn, aan de Vechtsee. Ton voorziet mij verder van een lijst met afstanden en kennis over obstakels en stroming (of eerder gebrek aan) onderweg. Een paar dagen voor mijn vertrek vraag ik of hij een stukje mee wil varen en hij gaat er op in. Zonder zijn ervaring zou ik dit verhaal waarschijnlijk nu niet uittypen.
Planning
In het weekend van de Veluwerally lijkt het zover te komen. Als student heb ik niet altijd tijd en ook niet echt altijd de luxe van vervoer: ik bezit zelf geen auto en zolang heb ik mijn rijbewijs nou ook nog weer niet. Het blijkt ook bijzonder mooi weer te worden: de verwachting is zonnig en rond de 20 graden. Mijn moeder biedt aan om het shuttelen te doen- het heen en weer rijden met kano naar begin- en eindpunt.
Als planning maak ik een aantal kaarten met behulp van OpenSeaMap. Dit is een gratis applicatie en eigenlijk gewoon de kaartlaag van OpenStreetMap. Ik bestudeer verder Google Maps op mogelijke stroomversnellingen en steigers. Met deze informatie zet ik een “float plan” op, wat eigenlijk gewoon een relatieve afstandlijst is met alle punten die ik onderweg tegenkom. Het voordeel hiervan is dat het redelijk inzichtelijk is waar ik ongeveer ben op een bepaald moment. Het thuisfront heeft ook een kopie en kan zo bekijken hoe mijn dag eruit ziet. De voornaamste rustpunten zijn de stuwen en sluizen die ik tegenkom.
Tot slot kijk ik naar de lokale flora en fauna via gerichte zoekopdrachten en Waarneming.nl. Voornamelijk om mijn oren en ogen open te houden voor otters en bevers… en het is ook een beetje voorpret.
Op donderdagavond na mijn laatste college haal ik met mijn moeder mijn kano op. Met nog even een dagje rust op vrijdag om spullen in orde te maken en wat huiswerk weg te werken.
Mijn spullen zet ik meestal van te voren op een foto: dit zorgt ervoor dat ik makkelijk kan zien of ik iets kwijt of vergeten ben.
De avond van tevoren ga ik redelijk vroeg naar bed (12 uur ‘s nachts?) met de tassen in de gang. Alle lichten staan op groen om morgen te vertrekken….
Dag 1 – Schildpadden, mildwater en schrammen op de boot
Mijn zaterdag begint vroeg. Rond 6 uur ben ik de kano op de oude Ford aan het monteren. Ik gebruik hiervoor een opblaasbaar Handirack: een prachtuitvinding ware het niet dat het ontzettend lang duurt om iets goed te zekeren op de Handirack. Na een koffie vertrekken we in lichte mist die tot in Duitsland aanhoudt. Eenmaal in Nordhorn kan ik zoals verwacht gemakkelijk instappen aan de Vechtsee. De auto staat op een parkeerplaats bij een hotel en het is amper 20 meter lopen. Toch word het al snel negen uur…
Op de Vechtsee kan ik een beetje genieten van de romantiek. Een lieflijk bruggetje, mooie bomen en veel joggers die genieten van hun vrije dag terwijl de stad Nordhorn langzaam ontwaakt. Toch schiet ik snel verder Nordhorn in. De Vechte is hier ongeveer zoals je zou verwachten van een stadsrivier. Veel rotzooi, veel dode vis. Ik kom aan bij de eerste overdraging: de kanogoot van Nordhorn.
Op zich zou hij wel te doen zijn, maar in mijn 30 jaar oude Selkie die ook nog eens vol beladen is wil ik het risico niet nemen. Ik til de boot uit het water en leun met mijn volle gewicht op de bosjes terwijl ik de kano voorbij de rimboe probeer te krijgen. Hier moet nodig gesnoeid worden.
Eenmaal weer in het water merk ik dat de Vechte hier absoluut niet diep is. Soms gaat het water met een kleine portie geweld tussen de obstakels door. Dit is mildwater- niet wildwater, maar ook absoluut niet lekker om te doen in een polyester zeekano. Ik schuur met de kajak over de bodem en bij een enkele punt raak ik stenen. Thuis maar controleren hoe erg het is.. denk ik, terwijl ik ook maar even na ga in welk luik ik de rol duct tape heb gegooid.., Overigens ruikt de Vechte hier bijzonder sterk zoals de Rijn en IJssel kunnen ruiken: een beetje een steenig geurtje dat doet denken aan een kelderluchtje.
Eenmaal uit Nordhorn is het water vlak. Het is windstil en enkele fietsers zeggen hallo. “Nach Holland?” vraagt eentje. “Ja, nach Holland!” roep ik terug. Ik zie er waarschijnlijk uit als een toerist. Britse vlag op mijn boot en spatzeil, Amerikaanse vlag prominent op de peddel. Al mijn uitrusting heeft kleur en ik steek af tegen de natuurlijke rivier. Ik ben het Nederlandse equivalent van de Duitse fietstoerist op de Waddeneilanden. Ook mijn zwemvest heb ik natuurlijk niet per sé nodig. Maar als ik alleen ben neem ik liever wat extra veiligheidsmarges – en ook passen mijn mesje, telefoon, water en eten en ontelbaar meer dingen in mijn vest.
Een stukje verderop kom ik bij een nieuwe bypass. Vreemd, deze stond nog niet op de kaart. Ik passeer door een oerwoud aan boomstronken en kom vast te liggen tussen de rotzooi van van Nordhorn: dikke frisdrankpakken en flessen.
Met moeite worstel ik me vrij en begin weer te varen. Plots zie ik iets vreemds op een boomstronk voor me: een oranje onderbuikje, een dekschildje en een ongelofelijk chagrijnige kop kijkt mij aan voordat hij het water in glipt: een schildpad zat heerlijk te zonnen. Dat zie je niet altijd. Toen kon ik nog niet weten dat ik de volgende dag er nog een zou spotten…
Bij Neuenhaus mag ik er weer uit. Hier is een stuw en het is te merken dat het water erg laag staat: de kanosteiger hangt zo’n meter boven mij en de kant is dicht begroeid. Met een tactisch peddelbruggetje kom ik aan land en sleep ik mijn kano voor. Hier was ook een kanogoot geweest, maar in mijn oude boot wil ik de schade niet riskeren. Een goed plan blijkt later: de kanogoot staat op het einde een beetje droog. Moet je maar weten.
Ik vaar verder en passeer ook de derde uitstap: een stuw bij de waterzuivering van Neuenhaus. Hier blijkt het omlopen en overtillen een hele kluif: ze mogen die steigers wel dichterbij de stuw plaatsen wat mij betreft. Niet lang daarna is nummer vier aan de beurt: een steile helling en een diep kanaal zorgen ook hier voor een challenge factor. Helemaal uitgeblust pak ik mijn pauze hier. Ik zou hier om 12:00 al willen aankomen, het is nu iets over 13:00. De kanosteiger blijkt weggehaald te zijn – mogelijk door de Vechte zelf. Ik stap in via een soort van takelvoorziening die is aangelegd rondom de stuw, misschien voor onderhoud. Hier eindelijk een beetje stroming en ik ga als een speer door richting Hoogstede.
Nauwelijks een kwartier later kom ik Ton tegen! Ik had gedacht dat Ton pas een uur voor het middaguur op zou stappen maar hij blijkt al zelfs eerder dan mij te water zijn gegaan. Ik had natuurlijk al een redelijke vertraging, en zo komt het dat hij mij pas hier treft. We schudden elkaar de hand en leggen de ontmoeting vast.
Ton is een behendige vaarder en veel vlugger dan je gezien zijn leeftijd zou verwachten. Hij vaart op techniek en heeft hierin ook een beetje zijn eigen didactiek ontwikkeld. Zodoende krijg ik al snel tips van hem en probeer ik deze, al varende, toe te passen. Ook al ben ik zelf ondertussen assistent-instructeur steek ik best wel wat op. Gezien dat Ton mij geneigd is voorbij te gaan (ook al varen we volgens mijn GPS riant tussen de 7.5 en 8 km per uur) is het een effectieve manier van varen.
Onderweg biedt hij mij aan om bij hem en zijn vrouw te eten en te logeren. Ik had geplanned om bij de zorgboerderij aan de Loozensche Linie te kamperen, vlakbij het water. Na wat twijfelen (ben ik jullie dan niet tot last?) ging ik er op in. Ton gaat ook zorgen dat mijn kajak ’s ochtends weer naar het water gebracht kan worden.
Al pratend bereiken we Laar, het laatste Duitse dorpje op ongeveer 40 kilometer. Laar is best wel Nederlands: een molen staat prominent in het dorpsbeeld en het dorpje ziet er netjes uit – niet dat de meeste Duitse dorpjes dat niet zijn. Ton dirigeert mij naar de rechteroever en door de rietkragen komen we op een beschut meertje terecht. Hier veel planten en eenden, een perfecte plek om op een zonnige middag een boek te lezen of te picknicken. Dan moet je natuurlijk wel een kano hebben 😉
We steken de grens over naar Nederland. Hier is het een beetje een desolate bedoeling: de Vecht is hier “werk in uitvoering” en de graafmachines zijn nog aan het werk. We varen door naar het sluis/stuw/mini-waterkrachtcentralecomplex van de Haandrik voor de laatste overstap. Het is nog een klein stukje naar De Loozensche Linie waar Ton zijn auto heeft staan.
We komen rond 19:00 bij Ton en Berna’s huis aan en mijn kano krijgt een plekje in de garagebox. Ik mag mee-eten en gebruikmaken van de logeerkamer. Heerlijk! Veel beter dan een natte tent morgenochtend.
Dag 2 – Mist, vistrappen en het verhaal van een duif
Dag 2 begint met een lekker ontbijt van Ton en rond half 9 word ik weer afgezet bij het uitstappunt van gisteravond.
Het is extreem mistig: perfect kanoweer: ik hoef mij niet in te smeren en ook niet na te denken over moeilijke zaken. Ik hang lekker de fotograaf uit in het mistige wereldje. Koeien, Canadese Ganzen en spinnewebben passeren mijn lens.
Bij Hardenberg (5 kilometer) staat Ton mij op te wachten: hij schiet nog wat foto’s terwijl ik de kano door de poortjes van de vistrappen bij Hardenberg dirigeer. Ondanks dat geen van dit alles hiervoor bedoeld is, gaat het prima met de zeekano. Mijn grijns is na afloop breder dan sommige doorgangen waar ik de kano doorheen jaag. Vlak voordat Ton en ik afscheid nemen vliegen twee ijsvogeltjes rakelings langs mijn boot. Ja, die nestelen hier. Ik zal de rest van de dag nog een stuk of 12-13 tegenkomen.
Voorbij Hardenberg neemt de mist weer toe. Op een eilandje ontstaan bij de herintrede van een meander van de Vecht kom ik twee wildkamperende canadeesvaarders tegen. Ze hebben muziek aan en hebben mij geeneens door als ik vlakbij in het water langs hun glijd.
Bij de eerste stuw die ik daarna tegenkom zit een mooie bypass waaraan geen einde lijkt te komen tot ik op een vistrap stuit. Ik zou hier wel het water uit kunnen, maar ik moet erkennen dat de voorzieningen daarvoor wel wat karig zijn. Bij gebrek aan verbodsbord besluit ik over de vistrap te gaan, na eerst grondig de kat uit de boom te hebben gekeken. Mijn boot mag immers de houten vistrap niet beschadigen, en vice-versa. Het is een leuk parcours naar beneden en ik glij in een duiker vol met spinnenwebben. Dikke vette kruisspinnen hangen boven het water en lijken goed te gedijen op de aanwezige moerasmugjes.
Vanaf dit moment neemt de mist af en wordt de lucht boven mij lichtblauw. Toch maar even insmeren dus. Ik zit nu een paar kilometer voor de stuw bij Junne ten hoogte van Mariënberg en Diffelen. Voor mij zie ik de bossen die ik een paar weken eerder met een ATB heb ontdekt. Hier stikt het van de campings en ik zit lekker in mijn flow.. de 8 kilometer per uur wordt weer behaald.
Bij de stuw zitten twee vissers op de kanosteiger die graag een praatje maken. Ik til mijn kano uit het water en werp nog een blik op de “gevaarlijke” vistrap naast de stuw. Tja, misschien een andere keer. Aan de andere kant zitten ook twee vissers maar die negeren mij compleet. Ik besluit dan maar even te lunchen en straks maar aan de kade in te stappen. Vissers en kanoërs gaan op zich wel samen, maar een steiger blijft betwist gebied.
Vlakbij de stuw kom ik een bootje tegen van een basisschoolleerling, met het verzoek aan de vinder(s) om een mailtje te sturen en de boot weer te water te laten. Nostalgie: ik deed dit ook vaak ook als kind. Luca, je bootje is weer op weg!
In Ommen is het druk op het water. Er is een feest aan de gang van RTV Oost en er zijn veel bootjes op het water. Een passant vraagt of zijn sloep niet te sterke golven veroorzaakt. Nou nee hoor meneer, hij [de kano] kan ook de Noordzee op. Al ziet de beladen Selkie er een beetje uit als een onderzeeër momenteel.
Tussen Ommen en Dalfsen passeer ik weer een stuw. Het stikt hier van de dagjesmensen, en het voelt niet vertrouwd om mijn kano te laten liggen om even ijs te halen bij de campings aan de overkant. Helaas. IJs moet ik maar inhalen. Ik stap weer in en ga varen, maar mijn motivatie kakt in.
Plots zie ik weer iets wat niet op de vecht thuishoort… een schildpad zit hier relaxt te zonnen en blijft lekker liggen als ik voorbijdobber. Hij heeft in ieder geval een goede dag uitgekozen!
In Dalfsen hou ik even een drijfpauze als ik een geklets hoor. Een duif lijkt vast te zitten aan het water en doet verwoede pogingen om we te vliegen. Met natte vleugels komt hij niet los van het water. Ik schep hem op met mijn peddel en plaats hem op mijn dek om maar eens mooi op de foto te zetten. Een duif. Wat moet ik met een duif? Het beestje lijkt door te hebben dat ik hem niks aandoe. Een paar heren van ongeveer mijn leeftijd hebben de reddingsactie gevolgd vanaf de kant en nemen de duif over met een schepnet en beloven er op te letten dat hij niet weer de Vecht intuimelt.
Rond een uur of vijf kom ik aan bij de laatste stuw/sluiscombinatie van de Vecht. Hier is een kanosteiger maar ik neem een langere pauze. De teller staat nu op 45 kilometer en ik moet nog 15- die 15 wil ik eigenlijk in één ruk afleggen. Ik stap aan de andere kant weer het water in en zet de snelheid er weer flink in. Volgens de GPS vaar ik zelfs nu nog net ongeveer 8.5 kilometer per uur. Dat is ongeveer de maximale snelheid die de Selkie vol kan houden. Misschien staat er toch wat stroming, ik vertrouw echt niet dat ik zelf zo snel doorvaar.
Ik kom al snel bij de spoorbrug naar Groningen en Friesland. Zelf ben ik ontelbare keren deze brug als treinreiziger gepasseerd.
Met de ondergaande zon op mijn linkerflank zet ik de peddel er nog even in en hou ik rekening met een aankomst tussen half 8 en 8 in Hasselt. Rond 10 over 7 kom ik op het Zwarte water uit: dit is het eindpunt van de Vecht. Nu nog even doorzetten richting Hasselt. Er is vrijwel niemand op het water: enkel een visser die ook even moet controleren wat hij voor zich ziet.
De stadssluisdeuren van Hasselt staan open en ik vaar zo de binnengracht op. Bij het gemeentehuis van Hasselt kom ik uit het water: hier is mijn moeder om mij op te halen. De tijd is net iets voor 8 uur ’s avonds… ik heb in totaal 11 uur mogen reizen voor dit moment…
De data
Een kaart van mijn route is hieronder weergegeven. Elke marker geeft de kilometerstand aan. Halverwege de route begint deze opnieuw: ik heb hier voor het gemak een groene marker geplaatst om de overnachting aan te geven.
Mijn gemiddelde snelheid op de eerste dag was 7.39 (bewogen gemiddelde) en 7.34 op de 2e dag. De totale afstand was 110.7 kilometer waarvan 50.5 op dag 1, en 60.2 op dag 2. In totaal was ik ongeveer 9 uur onderweg op dag 1, en 10:45 uur op dag 2. Mijn effectieve snelheid (dus tijd inclusief pauzes en overdragingen) was hiermee ongeveer 5.6 kilometer per uur- iets sneller dan het normale toertochttempo.
Tot slot
Ik mag terugkijken op een leuke tocht die ik wonderlijk tussen het college-volgen door heb kunnen afleggen. Het is nu herfst en het weer wordt slechter, mijn rooster drukker en aan de horizon luiken de stages die ik moet afleggen ter voltooiing van mijn studie. Het is dus helemaal niet meer zeker dat ik dit jaar nog dergelijke avonturen kan doen.
Ook de Selkie mag even bijkomen. Bij inspectie blijkt hij een paar flinke krassen en een knal te hebben opgelopen. Voor mijn volgende avontuur ga ik informatie inwinnen of ik dit moet of kan repareren. De boot is overigens niet lek.
Zonder Ton’s hulp zou deze tocht niet zo snel doorgegaan zijn. Ton, super bedankt voor jouw raad en gastvrijheid! Tot bij het volgende kanoevenement en van harte gefeliciteerd met je 10.000 kilometer op de Vecht!