Jeffrey Kajakt

Een blog over uitrusting, techniek en tochtplanning

Piraten van de Peene

Het begint een beetje een traditie te worden bij de GKV: een langere tocht rond hemelvaart voor de kanokampeerders en kilometervreters. Dit jaar hadden Frenk, Margo en Taco een tocht van 200km bedacht in het noord-oosten van Duitsland, vlakbij de grens met Polen. Het idee was om ten noorden van de Mecklenburgischer Seeënplatte (zie vorig jaar) te starten en richting zee uit te komen, door kronkelende riviertjes te volgen richting zee. Frenk kon zelf helaas niet genieten van de tocht door een polsblessure.

Als een groep ganzen nemen we bezit van de oever van de camping aan de Tollensee. De camping zit net vol met mountainbikers na afloop van de MSR300 (https://mecklenburger-seen-runde.de/en/infos-300.html) die een beetje vreemd tegen al die kajaks aankijken. We zetten onze tentjes aan het water op, een paar meter van het meer. Het water is vlak en het bos waar de camping in staat geven de omgeving een rustige vibe.

Hoe anders is het de volgende morgen. Er staat een stevige wind in de lengte van de Tollensee. Het meertje is eigenlijk een langgerekte baan van zo’n 10 kilometer en is daarbij 1 a 2 kilometer breed. Die eigenschap en het gebrek aan kleine eilandjes, maakten dat men hier in de oorlog experimentele torpedo’s testte. Nu echter zorgt het voor een soort van golfslagbad, want die wind staat er precies goed op. En tja, zodra we te water gaan merken we dat die golven nog best wat effect kunnen hebben. De boot van Frank heeft wat problemen met het roertje, en mijn boot is achter te zwaar beladen: het achterdek steekt maar een centimeter of wat boven het water uit. Jan en Klaas dartelen daartegen over golven en Linde, gecoacht door Taco, krijgt les in surfen.

Uitkijkend over de Tollensee

Uiteindelijk belanden we op de Tollense (met één e): het begin van het riviertje wat we de komende paar dagen gaan volgen. Hier geen golven, maar we mogen een paar keer overdragen en ook zijn er een aantal vistrappen met nauwelijks water. De een haalt de kano eruit, de ander neemt hem aan een lijntje door de vistrap. We merken al snel dat er ook best wat vis in de rivier zwemt. Af en toe moeten we onder een boom door duiken en regelmatig schuurt de kano over de bodem.

Op de Tollense
Het uitlaten van een kano is een delicate bezigheid.
Vistrap, misschien leuker met hoger water.

Na een kleine detour door een natuurgebiedje komen we aan in het dorpje Altentreptow. Hier wacht nog een barrière op ons: een stuw met daarachter een lang ondiep stuk van zo’n 300 meter. De kajak eroverheen varen gaat niet, want er is te weinig water onder de boot en dus wordt het een beetje klauteren over de keien. Tegelijkertijd struikel je bijna over de dikke vissen die hier zitten. Niet iedereen gaat dit even makkelijk af.

Midden in de rivier was het niet veel dieper. En nu?
Jonge zwanen op de Tollense

Niet lang daarna komen we bij onze kampeerplek. Een of andere boer heeft tegen vergoeding een veldje beschikbaar gesteld voor kanoërs. Er lopen schapen en de wc is een poepdoos boven een beerput. Dit alles deert een gezelschap kanovaarders weinig: een enkeling heeft vers water van de boer nodig maar we zijn blij met de slaapplek. Kanoërs leven uit hun boot.

Gezelligheid.
Klein vliegend hert: een insluiper in de tent.
Wekcomité.

De volgende dag is ook direct de langste vaardag. Het doel is om een Rastplatz te bereiken dat zich een kilometer of 35 stroomafwaarts bevindt. We maken ons weer een weg door het kronkelende riviertje en pakken af en toe zelfs wat stroming mee.

Halverwege de dag houden we pauze bij een kanustation bij een burcht. Tot nu toe was de rivier kronkelig en bleef het contact met de beschaving sporadisch, maar nu moeten we toch echt overdragen onder een viaduct.

Dit blijkt toch een enorme opgave door een gebrek aan voorzieningen en woekerende brandnetels. Mijn (Jeffrey) kano laten we zakken via de berm naast een viaduct, maar het scheelt weinig of we verdwijnen zelf ook in de plomp. Nadat ik te water ben gegaan besluit de groep om stroomopwaarts in te stappen, naast de stuw. Ook dit gaat zonder voorzieningen en met enige improvisatie gepaard…

Improviseren

Maar goed, het karakter van de rivier verandert ook mee. Nu is de rivier recht en gaan we door de velden heen. We passeren een optocht van koeien (het is bijna 6 uur en dus melktijd) en dragen nog een paar keer over. Er zijn niet echt instapplekken, dus het is steeds een beetje aankloten met volle kano’s op een soort van trailerhelling.

Eruit…
..en er weer in.

Vlak voor Sanzkow komen we nog door een mooi hersteld stuk. Hier zien we sporen van bevers en ook laten meer roofvogels zich zien. Vooral de Rode Wouw, maar ook de zeearend blijken het hier goed te doen. Zal wel al die vis zijn.

Bij Sanzkow zit dus onze Rastplatz. Bij aankomst belt Taco om een mannetje op te trommelen die ons de sleutel geeft van een wc-huisje met toilet en stromend water. Dat is dan 37 euro. Ja, zegt de man, het is hier verder bivak. Linde en ik zouden nu wel graag een douche willen.

De volgende ochtend lijkt het weer eerst een beetje om te slaan. We stappen in en varen al vrij snel langs het stadje Demmin. Demmin heeft niet zo’n fijne geschiedenis aan het einde van de tweede wereldoorlog en dat de we langs een paar oude brugpijlers (zonder brugdek) varen is vermoedelijk een subtiele referentie hieraan.

Verwoeste brug, Demmin

We gaan er wel even uit (bakker!) en onder leiding van Taco en Frank op onderzoek uit in de stad. We laten de kano’s liggen in het gras en we doen ons schandalig te goed aan kwarktaart en koffie.

Pakhuis van Demmin

Dat we Demmin passeren houdt ook in dat we de Tollense verlaten en we zitten nu officieel op de Peene. Waar de waterkant eerder vandaag nog aaneengesloten grasveld met riet was, zijn het nu lange petgaten aan de zijkanten van de rivier (denk maar aan de Weerribben, Loosdrechtse Plassen etc).

Dichtgroeiend petgat

De wind is heer en meester op de rivier en zet ons geregeld weg. Gelukkig valt de afstand vandaag enorm mee, en voordat we het echt doorhebben komen we aan in het dorpje Loitz waar we bij de jachthaven terecht kunnen. Oh ja, we kunnen nu ook voor het eerst douchen! In een nieuw sanitairgebouw wat helemaal Oost-Duits is, in de zin van dat de douches zonder deur zijn en je zo naar binnen kan kijken als je het gebouwtje binnenstapt. Ik ben niet echt preuts, maar voor mij even wennen.

Aankomst in Loitz. Weer een groot graanpakhuis.

We blijken naast een restaurant te staan dus wij maken daar samen met Frank en Jan gebruik van. Het restaurant zit in een 100-jaar oud station wat aangelegd was (volgens de website) om dit gebied toegankelijk te maken. Want vroeger moest je wel een dag reizen om hier, midden in het moeras, naar Demmin (het vorige stadje) te reizen. Per kano deden wij er overigens twee uur over. Keuzes.

Station en tevens restaurant bij de haven van Loitz

Helemaal opgefrist kunnen wij de volgende ochtend weer op pad. Ook de omgeving komt uit z’n winterdip. We koersen over een brede rivier met aan weerskanten veel bomen. Op de kaart lijkt de strook groen om de Peene heen ook een stuk breder te zijn geworden. Af en toe zien we bootjes, maar we zijn vooral alleen op de rivier. Het stikt er van de roofvogels. Nog een zonnetje erbij en iedereen is goedgehumeurd. Taco geeft mij onderweg nog een lesje wingpeddelen en we vliegen over het water.

Vers imago van een libel, het jasje van de larve is nog zichtbaar op de stengel onder de vleugels.
Peenetal
Roofvogel (Rode wouw?)

Bij de Kanuverein in Gutzkow delen we het terrein met een groepje vissers die in het kader van Herrentag samen een visvakantie doen. Een groep studentes schuift bij ze aan, en tot diep in de nacht wordt er gedronken en gelachen. Niet zo goed voor de nachtrust van die Holländer, maar na 2 uur wordt het stil op het terrein van de Kanuverein.

Voordat onze vissende medemens wakker is zijn wij de volgende ochtend al weer op pad. We hebben een redelijk kort tochtje voor de boeg en kruisen door hetzelfde landschap als de vorige dag. Veel bomen en groen, en de rivier wordt iets minder breed voor ons gevoel. Bij Stolpe an der Peene stoppen we. Hier is het dik feest en de lokale curryworstboer draait zijn jaaromzet vandaag. Bockworsten, curryworsten, bratwursten, Kartoffelsalat en bier word gretig geconsumeerd. Frank weet Soljanka – een soort Oost-Duitse/Russiche vleessoep – op het menu te vinden.

Groen! Alles is groen.

Stolpe an der Peene blijkt verder ook nog een oud klooster te bezitten inclusief ruine. Linde en ik ontsnappen even naar een bezoekerscentrum, maar daar aangekomen lijkt er niet veel te zien en ook kunnen we geen souvenirs scoren. Ondanks de mensenmassa op de terrasjes lijkt het kapitalisme dus nog niet echt te vertalen in de verkoop van toeristische prullaria. Misschien ook maar beter zo.. We maken nog even een ommetje door de dorpkern, met her en der dikke huizen. Het voelt alsof hier nog veel meer geschiedenis zit dan op het eerste oog is te zien.

Ruine bij Stolpe an der Peene

Eenmaal weder te water raakt de groep uit elkaar. Frank heeft de smaak te pakken en koerst voorop. Wat zat er in die Soljanka, Frank? Wij varen achterop een beetje achter de groep aan, en zien de rest eigenlijk alleen vlak voor dat ze de bocht om gaan. Het weer betrekt een beetje en achter ons rollen grijze en grauwe wolken binnen. Het is prima, want ons doel is om bij de Rastplatz in Anklam te komen, zo’n 8 a 9 kilometer van Stolpe an der Peene af. Pas in de laatste bocht halen we de groep weer in.

Aankomst in Anklam.

De Rastplatz wordt behalve door ons contingent Holländer ook bevolkt door camperlui en fietsers. We ontmoeten hier ook een Nederlandse fietskampeerder die een rondje Oostzee doet, en bij ons aanschuift. Het wordt al snel gezellig op de camping.

Dan nu.. eindelijk open water! De laatste twee dagen moeten we de Peenestroom op: een reeks lagunemeren die we eigenlijk net niet in één dag kunnen varen en waar mooie rustplekken sowieso schaars zijn. De Peene heeft een open verbinding naar zee (waar wij dus op af varen) maar op het water merk je daar vrij weinig van. Soms lijkt het water wat lager te staan, maar van echt getij en deining geen sprake.

Regen op de laatste kilometers Peene
Klaas voegt wat kleur toe aan de anders grauwe omgeving.

We varen nu Anklam uit en passeren wat industrie.. na een kilometer of 8 komen we uit op het eerste meer.

Zeearend

Hier moeten we met wat regen en wind in de rug schuin oversteken om op het eiland Usedom te pauzeren. We spotten wat laat dat er ook een reeks bootjes onder de brug door komt, maar gelukkig zijn we ze lang en breed voor. Als je zag hoe moeilijk de eerste dag ging sta je versteld hoe makkelijk iedereen nu over de golven deint. We bereiken onze eerste pauzeplek net na de brug.

In verband met de windstoten en ander verkeer varen we compact
Peenebrücke
Jan op de uitkijk

Hier hebben we een beetje open en bloot wel een goede lunchplek, maar als de wind aantrekt komen we er misschien moeilijk weg. Na de lunch besluiten we daarom over te steken naar een uitstekende kaap en dan een kilometer of 10-15 onder de hoge wal te varen. Zo hebben we een prima beschutting tegen de wind. We worden direct beloond met een paartje zeearenden wat in de clinch ligt met een stel kraaien. De imposante vogels trekken zich weinig aan van de behendigere kleinere kraaien, maar vliegen uiteindelijk wel op als wij te dicht bij komen.

Zeearendje

Op het grote water is alles wat grootser. De lucht is wat epischer, de wind die wat aantrekt is wat scherper en het knorren van mijn maag iets prominenter. Af en toe stuurt Taco de groep weer naar links, om te voorkomen dat we het meer over worden geblazen.

Regen op de Peenestroom.
Kapitein Taco

Na een paar uur komen we dan toch echt aan bij onze camping, een oude fabriek of loods die omgevormd is tot natuurkampeerterrein. Er staan veel kajaks op de rekken inclusief een groot aantal tweepersoonsboten en wat exotischere, snellere modellen die ik niet echt thuis kan brengen. Vanavond staan onze tentjes tussen vrienden.

Frank heeft vriendschap gesloten met een Duitse kanovaarder en de heren delen wat sterke verhalen.
Haven van Lassan.
Plaatselijke cuisine

Op de laatste dag splitsen we op in twee groepen. Linde, Klaas en Frank gaan rechtstreeks naar Wolgast en Taco, ik, Jan en Margo stomen door na Wolgast met als doel Peenemünde. Ook Peenemünde is een beetje een duistere plek. In de oorlog werden hier raketten ontworpen en getest en zonder de uitvindingen die hier gedaan werden konden de Amerikanen niet op de maan landen.

Zwermen aalscholvers vliegen over op de Peenestroom

Diezelfde raketten hebben echter veel slachtoffers gemaakt en ook werd er gretig gebruik gemaakt van dwangarbeid. Niet te vergeten ook is de grote hoeveelheid van dit soort wapens die de wereldmachten nog in hun inventaris hebben. Enfin. Hier ligt ook een oude onderzeeër en stikt het van de musea. Die onderzeeër leek me wel wat om te bekijken vanaf de kano.

Vlak voor we vertrekken vanaf de camping jaagt een Duits jongetje twee ringslangen uit het riet die langs onze boten zwemmen. We vatten het op als teken om te vertrekken, en schieten eveneens over het spiegelgladde water.

Gaandeweg komt er een beetje deining en wind los en vlak voor Wolgast wordt het water ook wakker: hier wat meer geklots. We varen al snel langs de Peene-werf, waar een groot aantal patrouilleboten liggen. Eigenlijk bestemd voor Saudi-Arabië, maar vanwege de sancties tegen dat land ligt het werk stil. Ook passeren we een groot kustwachtschip en een mijnenveger.

Peenewerf

Bij Wolgast houden we een lange pauze, en vlak voor we weggaan komen daar ineens drie kanoërs onder de kade weg. Ook Linde, Klaas en Frank zijn zonder pauze doorgevaren maar hebben net iets meer meegekregen van de wind. We spreken af dat ze alvast kamp maken terwijl wij weer vertrekken richting Peenemünde.

Peenebrücke Wolgast

Het is drukker op het water aan het worden, maar we varen ook laconiek door de vaargeul. Na nog eens een kilometer of twaalf zijn we er dan eindelijk: Peenemünde.

Aankomst in Peenemünde
Interieur van de onderzeeër: het zal je baan maar wezen.
Terug met een lekker windje in de rug

Na even de horeca te hebben gesampled (niet aan te raden) en door de duikboot te zijn gekropen (want deze doet tevens dienst als drijvend museum) stappen we weer in de kano. Niet eens heel veel later komen we weer terug op Wolgast. De Kanuverein waar we onze tent mogen opzetten ligt aan een drukke weg en ook houdt een voetbalclub een BBQ op het terrein. Om die drukte te ontkomen en als afsluiting gaan we Wolgast binnen, om nog een keer ons tegoed te doen aan wild, snoekbaars en halve liters.

Dagafstanden (kilometers):

Neubrandenburg naar Altentreptow29
 ..Sanzkow38
 ..Loitz21
 ..Gutzkow27
 ..Anklam21
 ..Lassan28
 ..Wolgast (inclusief op en neer naar Peenemünde)36

Verder Bericht

Vorige Bericht

2 Reacties

  1. Jan Schulte 12 juni 2019

    Mooi verslag Jeffrey!

  2. Yvonne 12 juni 2019

    Leuk verhaal Jeffrey ,er zaten enkele hele mooie fotoos bij!

© 2024 Jeffrey Kajakt

Thema door Anders Norén